'Poldermodel kan bij oud vuil'
De Amerikaan Michael Porter, hoogleraar economie aan Harvard, gaf ondernemers er op 4 december 2001 van langs in de Haagse Ridderzaal.
Door Michiel van Nieuwstadt
Het Poldermodel kan de prullenbak in. Dat was de boodschap van
Harvardeconoom Michael
Porter, die gisteren in de Ridderzaal een lezing hield
voor Nederlandse ondernemers. ,,Nederland heeft een decennium
lang successen geoogst met loonmatiging, kostenreductie en het
aan het werk helpen van steeds meer mensen'', doceerde Porter.
,,Nederland behield een voorsprong door deze maatregelen sneller
door te voeren dan omringende Europese landen. Maar het model
nadert het einde van zijn levenscyclus. Nederland zal zijn
strategie moeten wijzigen.''
Economische groei, aldus de gerenommeerde econoom, valt op de lange termijn alleen te handhaven als er ook sprake is van groei in de productiviteit. ,,Op korte termijn is concurrentievoordeel te behalen door lonen te korten. Op korte termijn kan de productie omhoog door meer mensen te laten werken. Dat is in Nederland gebeurd.'' Maar op de lange termijn, waarschuwde Porter, kan de welvaartsgroei alleen worden gehandhaafd als per gewerkt uur meer diensten en producten worden geleverd. Dat laatste, een verbetering van de (arbeids-)productiviteit is alleen door innovatie te realiseren, door toepassing van nieuwe technologieën en werkwijzen.
Porter vestigde zijn naam begin jaren negentig met
het boek The Competitive Advantage of Nations. Hij betoogt
daarin dat landen succesvol zijn in sectoren waar producenten,
toeleveranciers, afnemers en de overheid nauw met elkaar samenwerken
en elkaar helpen innoveren. Voor zo'n succesvolle sector introduceerde
Porter het begrip cluster. De terminologie en de theorie daarachter
bleken gisteren niet verouderd.
In zijn meest succesvolle boek noemt Porter de Nederlandse snijbloemindustrie
als voorbeeld van een succesvol cluster. ,,Wij blijven dus het
land van windmolens en tulpen'', verzuchtte minister Jorritsma
(Economische Zaken) gisteren voorafgaand aan de lezing. ,,Maar
we hebben meer te bieden dan snijbloemen en daar komen we ongetwijfeld
nog over te spreken.''
Minister Jorritsma gaf een voorzet door te
verwijzen naar de auto op zonne-energie waarmee de Technische
Universiteit Delft onlangs succes oogstte in Australië en
het gebruik van (het reukvermogen van) sluipwespen voor het onderscheppen
van drugstransporten waaraan de Universiteit Wageningen onderzoek
heeft gedaan.
Maar Porter was niet naar Nederland gekomen om complimenten uit
te delen. Centraal in zijn betoog stond het gebrek aan innovatie
in de Nederlandse economie. Porter liet zien dat Nederland internationaal
een achterblijver is als wordt gekeken naar de investeringen van
bedrijven in onderzoek en ontwikkeling (overheidsinvesteringen
in research zijn wel goed op peil). De hoeveelheid octrooien die
een land jaarlijks deponeert, hangt volgens Porter nauw samen
met de economische groei op de lange termijn.
,,Vijftig procent van de economische groei kan verklaard worden
met de hoeveelheid octrooien'', zei de Amerikaanse econoom Michael
Porter gisteren in zijn lezing in Den Haag. ,,Nederland presteert
internationaal vrij goed als we kijken naar wetenschappelijke
publicaties, maar met die wetenschappelijke kennis genereren we
te weinig octrooien.''
Misschien maakte het woordje 'wij' de kritiek soms iets makkelijker
te accepteren voor het ondernemerspubliek van de Amerikaan. ,,Uit
onderzoek blijkt dat we verrassende zwakke kanten hebben'', zei
Porter. ,,Zoals een gebrek aan ingenieurs en [exacte] wetenschappers,
industrieclusters die niet zo heel sterk zijn, een overheid die
als klant onvoldoende vernieuwing eist van zijn toeleveranciers,
consumenten die niet al te vooruitstrevend zijn en samenwerking
tussen universiteiten en bedrijfsleven die veel te wensen overlaat.''
Dit laatste aspect zit Porter het meest dwars. ,,Jullie vinden
dat wetenschap op zichzelf kan staan en dat de toepassing ervan
niet zo belangrijk is'', zei Porter. ,,Jullie menen dat commercialisering
de academische wereld bedreigt en dat bedrijven universiteiten
niets kunnen leren. Misschien is het ooit zo geweest dat universiteiten
kennis ontwikkelden en dat bedrijven die later konden toepassen.
Maar zo werkt het tegenwoordig niet meer. Voor de meest vooruitstrevende
vernieuwingen moet je tegenwoordig soms bij bedrijven zijn. Synergie
tussen universiteiten en bedrijven is cruciaal.''
De samenwerking tussen bedrijfsleven en universiteiten blijft
in Nederland ver onder de maat, meent Porter, die voor de landbouwuniversiteit
Wageningen een uitzondering maakte. ,,Actie is nodig'', zo eindigde
Porter zijn lezing, maar of Nederland daartoe werkelijk snel overgaat,
betwijfelt hij. Landen als Zweden en Finland liggen op het gebied
van innovatiekracht intussen ver voor op Nederland. ,,Maar die
Scandinavische landen hebben een transformatie doorgemaakt in
een crisissituatie'', aldus Porter. Finland stond met zijn rug
tegen de muur door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Zweden
was begin jaren negentig gedwongen zijn sociaal-economische systeem
te hervormen. Nederland moet nu handelen, nu alles nog goed lijkt
te gaan. Anders, zo waarschuwde Porter, staat de crisis over vijf
jaar wel voor de deur.
bron: NRC Handelsblad, 4 december 2001
Niets is zo praktisch als een goede theorie. Daarom veel informatie over management goeroe's en wetenschappers. Ook het management jargon wordt niet vergeten.
toelichting op goeroes
De top van de hedendaagse goeroes gelden Peter Drucker, Tom Peters en Michael Porter. Drucker is de grijze eminentie onder de goeroes. Zelfs op hoge leeftijd was hij tegen flinke honoraria nog actief met lezingen etc. Porter en Peters zijn wereldbekend en hun optredens gaan gepaard met telecommunicatie, glitter en veel marketing-geweld. De verpakking doet veel sinds de jaren negentig.
Go guruMetaforen, ervaringen en/of humor kunnen gebruikt worden management processen of de organisatie te verbeteren. Hier worden triggers daartioe gegeven.
Animal Org
The missing link tussen
Organisatietheorie en dierenwereld
Floor is in 1995 als goeroe-site op het WWW gestart bij XS4ALL. Het was een samenwerkingsverband van verschillende management-consultants. Het doel was en is om business te ontwikkelen op basis van internetfaciliteiten. Nu heel gewoon, toen nog een belofte.